Open ogen in de kleurrijke klas
voor studenten*
Omschrijving
Leraren krijgen steeds vaker te maken met diversiteit in culturele achtergronden en taalvaardigheid binnen hun klassen. Lesgeven in zo'n kleurrijke klas vraagt oog voor leerlingen en hun eigenheid, oog voor het contact dat je als leraar hebt met de leerlingen, als basis voor hun actieve inbreng in klasseninteractie, en oog voor de taalontwikkeling vanuit die eigen inbreng. Dit boek heeft tot do...
Leraren krijgen steeds vaker te maken met diversiteit in culturele achtergronden en taalvaardigheid binnen hun klassen. Lesgeven in zo'n kleurrijke klas vraagt oog voor leerlingen en hun eigenheid, oog voor het contact dat je als leraar hebt met de leerlingen, als basis voor hun actieve inbreng in klasseninteractie, en oog voor de taalontwikkeling vanuit die eigen inbreng. Dit boek heeft tot doel de leraar (in opleiding) aan te zetten met deze open ogen een onderzoekende houding te ontwikkelen in hun omgang met leerlingen.
Met de competenties uit de wet Beroepen in het Onderwijs als uitgangspunt, komen achtereenvolgens de pedagogische, interpersoonlijke en (taal)didactische aspecten van het lesgeven aan de orde. Uitgangspunt van Open ogen in de kleurrijke klas is dat deze drie aspecten binnen communicatie in de klas als in elkaar grijpende tandwielen met elkaar samenhangen. In het slothoofdstuk brengen de auteurs deze tandwielen dan ook met elkaar in verband en concretiseren deze samenhang in hun bespreking van de casuïstiek.
De theorie in Open ogen in de kleurrijke klas wordt verduidelijkt met behulp van veel voorbeelden, vaak zelfs uitgeschreven lesfragmenten, uit de dagelijkse lespraktijk en opdrachten die aanzetten tot reflectie. Leraren in de bovenbouw van het basisonderwijs, docenten in het voortgezet onderwijs en de eerste jaren van het mbo zullen merken dat zij met behulp van dit boek hun leerlingen in de leeftijd van 10 tot 18 jaar preciezer kunnen observeren en effectiever kunnen handelen in hun kleurrijke (stage)klas.
Dit boek is geschreven voor (toekomstige) leraren in de bovenbouw van het basisonderwijs, docenten in het voortgezet onderwijs en de eerste jaren van het mbo.